Patiënteninformatie Miskraam of dreigende miskraam


Een miskraam is het verlies van een niet-levensvatbare vrucht vóór een zwangerschapsduur van 16 weken. De medische term voor een miskraam is een ‘spontane abortus’. Als de zwangerschap eindigt ná een zwangerschapsduur van 16 weken spreken we niet meer van een miskraam, maar van een ‘vroeggeboorte’.


Een op de 10 zwangerschappen eindigt in een miskraam. Een miskraam ontstaat omdat er iets niet in orde is met de vrucht. Bij een miskraam gaat de baarmoedermond openstaan en wordt de vrucht uitgedreven. Een miskraam is niet te voorkomen.


Een miskraam gaat samen met krampende pijn en bloedverlies. Bij een hele vroege miskraam, kan het ook zijn dat u er niet veel of niets van merkt.

Behandeling


De meeste miskramen worden met medicijnen behandeld. Uw gynaecoloog zal u daar na de diagnose over informeren.

Na de ingreep


Bloedverlies afnemend als een menstruatie kan nog een tijdje aanhouden. De buikpijn verdwijnt meestal sneller. Omdat de zwangerschapshormonen in snel tempo dalen kunt u zich ook daardoor nog een tijd lang labiel en vervelend voelen. Natuurlijk spelen ook uw emoties een grote rol in de eerste weken na een miskraam. Mocht u weinig steun van uw omgeving ondervinden of langduriger dan gewenst somber blijven over de doorgemaakte miskraam dan is het verstandig contact op te nemen met uw huisarts. Een tijdelijke depressieve of sombere periode na uw miskraam is natuurlijk normaal.

Controle


U krijgt een nacontrole afspraak na zes weken. Indien u een tijd lang niet zwanger wilt worden na uw miskraam kunt u na vier weken na de curettage of spontane miskraam weer beginnen met anticonceptie.